Otto Ketting was gedurende zijn leven een van de meest gespeelde Nederlandse componisten, wiens muziek wereldwijd klonk en door diverse orkesten en ensembles op tournees naar het buitenland werd meegenomen. Hij was een van de meest veelzijdige en begaafde muzikale persoonlijkheden van zijn generatie.
Niet alleen onderscheidde Ketting zich door een buitengewoon indrukwekkend symfonisch oeuvre, ook schreef hij tal van vocale werken, kamermuziek voor diverse instrumentencombinaties en een schat aan filmmuziek waardoor zijn naam ook buiten het gevestigde muzikale circuit wijd en zijd bekend werd.
Hij was ook een van de meest fascinerende muzikale persoonlijkheden uit de twintigste en eenentwintigste eeuw. Dankzij de vele facetten van zijn klinkende nalatenschap, die maar liefst 134 titels omvat, is zijn muziek bij uitstek aantrekkelijk voor verschillende doelgroepen. Zowel naar inhoud als karakter variëren zijn composities van avant-gardistisch tot toegankelijk: het bij de uitvoering van Collage nr. 9 in het Amsterdamse Concertgebouw aanwezige publiek mag dan wel na de vuurdoop ‘schande’ hebben geroepen, dat neemt niet weg dat de muziek bij Bert Haanstra’s film Alleman tot het collectieve geheugen van Nederland behoort.
Otto Ketting schreef bovendien hoogst prikkelende artikelen over het wel en wee van het muziekleven en zette zich onvermoeibaar in voor de Nederlandse componisten. Dit laatste mede in zijn hoedanigheid als dirigent van menig orkest en ensemble. Hiermee heeft Ketting zonder ook maar de geringste twijfel een grote bijdrage geleverd aan het Nederlandse muziekleven.